24 Uiteindelijk zei Jozef tegen zijn broers: ‘Binnenkort ga ik sterven. Maar God zal zeker aan jullie denken:+ hij zal jullie uit dit land wegleiden en jullie naar het land brengen dat hij met een eed aan Abraham, Isaäk en Jakob heeft beloofd.’+
24 Ten slotte zei Jo̱zef tot zijn broers: „Ik ben stervende; maar God zal zonder mankeren zijn aandacht op U richten,+ en hij zal U stellig uit dit land opvoeren naar het land dat hij aan A̱braham, I̱saäk en Ja̱kob onder ede beloofd heeft.”*+