2 Alle landdieren, alle vliegende dieren in de lucht, alles wat over de grond kruipt en alle vissen in de zee zullen angst en schrik voor jullie blijven voelen. Ze staan nu onder jullie gezag.*+
2 En een vrees voor U en een verschrikking voor U zal blijven op elk levend schepsel van de aarde en op elk vliegend schepsel van de hemel, op alles wat zich op de aardbodem beweegt, en op alle vissen van de zee. In UW hand zijn ze nu gegeven.+