5 Toen leidde hij hem naar buiten en zei: ‘Kijk alsjeblieft omhoog naar de hemel en tel de sterren, als je dat kunt.’ Vervolgens zei hij: ‘Zo zal je nageslacht* worden.’+
5 Nu bracht hij hem naar buiten en zei: „Zie alstublieft omhoog naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze mogelijkerwijs kunt tellen.”+ Verder zei hij tot hem: „Zo zal uw zaad worden.”+