28 Stel dat er aan de 50 rechtvaardigen vijf ontbreken. Zult u dan de hele stad verwoesten vanwege die vijf?’ Hij antwoordde: ‘Ik zal de stad niet verwoesten als ik er 45 vind.’+
28 Veronderstel dat er aan de vijftig rechtvaardigen vijf zouden ontbreken. Zult gij om die vijf de hele stad verderven?” Hierop zei hij: „Ik zal ze niet verderven indien ik er vijfenveertig vind.”+