Genesis 27:32 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 32 Daarop zei zijn vader Isaäk tegen hem: ‘Wie ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik ben Esau, uw eerstgeboren zoon.’+ Genesis 27:32 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 32 Daarop zei zijn vader I̱saäk tot hem: „Wie zijt gij?”, waarop hij zei: „Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, E̱sau.”+
32 Daarop zei zijn vader Isaäk tegen hem: ‘Wie ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik ben Esau, uw eerstgeboren zoon.’+
32 Daarop zei zijn vader I̱saäk tot hem: „Wie zijt gij?”, waarop hij zei: „Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, E̱sau.”+