33 Mozes ging bij de farao weg, de stad uit, en hij hief zijn handen op naar Jehovah. De donder en de hagel hielden op en er stortte geen regen meer neer.+
33 Mo̱zes ging nu van Farao heen, de stad uit, en breidde zijn handen uit tot Jehovah, waarop de donderslagen en de hagel ophielden, en er stroomde geen regen [meer] neer op de aarde.+