13 Vervolgens liet Mozes de zonen van Aäron naar voren komen en trok hun de gewaden aan, bond hun de sjerpen om en zette hun de hoofddeksels op,*+ zoals Jehovah hem had opgedragen.
13 Voorts liet Mo̱zes Aä̱rons zonen naderen+ en bekleedde hen met lange gewaden en omgordde hen met sjerpen+ en wond hun het hoofddeksel+ om [het hoofd], juist zoals Jehovah Mo̱zes geboden had.