16 Als een vrouw zich aan een dier aanbiedt om er gemeenschap mee te hebben,+ moet je de vrouw en het dier doden. Ze moeten beslist ter dood worden gebracht. Ze hebben hun dood aan zichzelf te wijten.*
16 En wanneer een vrouw tot enig dier nadert om daarmee vleselijke gemeenschap te hebben,*+ moet gij de vrouw en het dier doden. Zij dienen zonder mankeren ter dood gebracht te worden. Hun eigen bloed is op hen.