16 Als een man een deel van een veld dat hij bezit aan Jehovah opdraagt, dan moet de waarde worden geschat aan de hand van de hoeveelheid zaad die nodig is om het in te zaaien: 50 zilveren sikkels per homer* gerstezaad.
16 En indien een man een deel van het veld van zijn bezitting+ aan Jehovah heiligt, dan moet de waarde geschat worden naar gelang van het zaad ervoor: indien een homer+ gerstezaad, dan op vijftig zilveren sikkelen.*