22 Toen lieten ze zich voorover op de grond vallen en zeiden: ‘O God, de God van de geest van alle mensen,*+ zult u door de zonde van één man kwaad worden op de hele gemeenschap?’+
22 Toen vielen zij op hun aangezicht en zeiden: „O God,* gij God* van de geesten van elke soort van vlees,+ zult gij als slechts één man zondigt, op de gehele vergadering verontwaardigd worden?”+