19 Hierop zeiden de Israëlieten tegen hem: ‘We zullen over de grote weg reizen, en als wij of ons vee van uw water drinken, zullen we ervoor betalen.+ We willen alleen maar te voet door uw gebied trekken.’+
19 Hierop zeiden de zonen van I̱sraël tot hem: „Langs de grote weg zullen wij optrekken; en mochten ik en mijn vee uw water drinken, dan zal ik stellig de waarde ervan geven.+ Ik wil niets anders dan te voet erdoorheen trekken.”+