14 Wanneer je in het land bent gekomen dat Jehovah, je God, je geeft, en het in bezit hebt genomen en er woont, en je zegt: “Laten we een koning over ons aanstellen, net zoals alle volken om ons heen”,+
14 Wanneer gij ten slotte in het land komt dat Jehovah, uw God, u geeft, en gij het in bezit hebt genomen en erin hebt gewoond,+ en gij hebt gezegd: ’Laat mij een koning over mij aanstellen, zoals alle natiën die rondom mij zijn’,+