33 De opbrengst van je grond en alles waarvoor je hebt gewerkt, zal worden opgegeten door een onbekend volk,+ en je zult steeds afgezet en onderdrukt worden.
33 Een volk dat gij niet hebt gekend, zal de vrucht van uw bodem en uw hele opbrengst eten;+ en gij moet iemand worden die te allen tijde alleen maar te kort gedaan en verbrijzeld wordt.+