2 Daarom leverde Jehovah hen over* aan koning Ja̱bin van Kanaän,+ die in Ha̱zor regeerde. Zijn legeraanvoerder was Si̱sera, die in Haro̱seth-Haggo̱jim*+ woonde.
2 Daarom verkocht+ Jehovah hen in de hand van Ja̱bin, de koning van Ka̱naän, die te Ha̱zor+ regeerde; en zijn legeroverste* was Si̱sera,+ en hij woonde in Haro̱seth+ der natiën.*