12 Toen werden de mannen van E̱fraïm bijeengeroepen, en zij trokken over naar het noorden en zeiden tot Je̱fta: „Waarom zijt gij overgetrokken om tegen de zonen van A̱mmon te strijden en hebt ons niet opgeroepen om met u mee te gaan?+ Ja, uw huis zullen wij boven u met vuur verbranden.”+