2 De man heette Elime̱lech,* zijn vrouw heette Naomi* en zijn twee zonen heetten Ma̱chlon* en Chi̱ljon.* Het waren Efrathieten uit Bethlehem in Juda. En ze kwamen in de velden van Moab en bleven daar.
2 En de naam van de man was Elime̱lech,* en de naam van zijn vrouw Nao̱mi, en de namen van zijn twee zonen waren Ma̱chlon en Chi̱ljon, Efrathieten*+ uit Be̱thlehem in Ju̱da. Ten slotte kwamen zij in de velden van Mo̱ab en bleven daar.