21 Ze stuurden mannen naar de inwoners van Ki̱rjath-Jea̱rim+ en zeiden: ‘De Filistijnen hebben de ark van Jehovah teruggebracht. Kom hiernaartoe om hem op te halen.’+
21 Ten slotte zonden zij boden naar de inwoners van Ki̱rjath-Jea̱rim+ en zeiden: „De Filistijnen hebben de ark van Jehovah teruggebracht. Daalt af. Voert haar naar U op.”+