11 Hij zei: ‘Dit zal de koning die over jullie heerst, mogen eisen:+ Hij zal je zonen gebruiken+ om zijn strijdwagens te besturen+ en ze bij zijn ruiterij+ indelen, en hij zal sommigen voor zijn wagens uit laten lopen.
11 Voorts zei hij: „Dit zal datgene worden wat de koning die over U zal regeren, rechtens toekomt:+ UW zonen zal hij nemen+ en hen voor zich op zijn wagens+ en onder zijn ruiters+ plaatsen, en sommigen zullen voor zijn wagens uit moeten lopen;+