28 Toen zei een van de mannen: ‘Je vader heeft de mannen een strenge eed opgelegd door te zeggen: “Vervloekt is de man die vandaag voedsel eet!”+ Daarom is iedereen zo uitgeput.’
28 Toen nam iemand uit het volk het woord en zei: „Uw vader heeft het volk onder een plechtige eed gesteld en gezegd: ’Vervloekt is de man die vandaag brood eet!’”+ (En het volk raakte vermoeid.+)