22 David zei tegen A̱bjathar: ‘Op het moment dat ik de Edomiet Do̱ëg daar zag,+ wist ik dat hij het aan Saul zou vertellen. Ik ben persoonlijk verantwoordelijk voor de dood van iedereen* in het huis van je vader.
22 Hierop zei Da̱vid tot A̱bjathar: „Ik wist die dag+ wel, omdat Do̱ëg de Edomiet daar was, dat hij het zonder mankeren aan Saul zou vertellen.+ Ik persoonlijk heb iedere ziel van het huis van uw vader onrecht aangedaan.*