2 Samuël 7:16 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 16 Jouw huis* en jouw koninkrijk zullen eeuwig blijven bestaan. Je troon zal voor eeuwig bevestigd zijn.’”’+ 2 Samuël 7:16 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 16 En uw huis en uw koninkrijk zullen stellig tot onbepaalde tijd bestendig zijn voor uw aangezicht; ja, uw troon zal er een worden die tot onbepaalde tijd stevig bevestigd is.”’”+ 2 Samuël Index van Wachttoren-publicaties 1986-2023 7:16 it-2 1095; w10 1/4 20; w06 15/12 4; w89 1/2 14-15 2 Samuël Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 7:16 w85 1/3 29-30; po 122; w74 292; w71 14, 240; sv 13; si63 59, 63; w66 44; w65 549; g65 22/9 27; w64 150, 236; ns 128, 195, 206; w59 124; w58 198; tf 226 2 Samuël Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019 7:16 Inzicht, Deel 2, blz. 1095 De Wachttoren,1/4/2010, blz. 2015/12/2006, blz. 41/2/1989, blz. 14-151/3/1985, blz. 29-3015/5/1974, blz. 29215/4/1971, blz. 2401/1/1971, blz. 1415/1/1966, blz. 44-4515/9/1965, blz. 549-55015/4/1964, blz. 235-2371/3/1964, blz. 150-15115/2/1959, blz. 123-1251/4/1958, blz. 198-199 Gods „eeuwige voornemen”, blz. 122-125 Het mensengeslacht redden — door het Koninkrijk, blz. 11-13
16 Jouw huis* en jouw koninkrijk zullen eeuwig blijven bestaan. Je troon zal voor eeuwig bevestigd zijn.’”’+
16 En uw huis en uw koninkrijk zullen stellig tot onbepaalde tijd bestendig zijn voor uw aangezicht; ja, uw troon zal er een worden die tot onbepaalde tijd stevig bevestigd is.”’”+
7:16 w85 1/3 29-30; po 122; w74 292; w71 14, 240; sv 13; si63 59, 63; w66 44; w65 549; g65 22/9 27; w64 150, 236; ns 128, 195, 206; w59 124; w58 198; tf 226
7:16 Inzicht, Deel 2, blz. 1095 De Wachttoren,1/4/2010, blz. 2015/12/2006, blz. 41/2/1989, blz. 14-151/3/1985, blz. 29-3015/5/1974, blz. 29215/4/1971, blz. 2401/1/1971, blz. 1415/1/1966, blz. 44-4515/9/1965, blz. 549-55015/4/1964, blz. 235-2371/3/1964, blz. 150-15115/2/1959, blz. 123-1251/4/1958, blz. 198-199 Gods „eeuwige voornemen”, blz. 122-125 Het mensengeslacht redden — door het Koninkrijk, blz. 11-13