27 Want u, Jehovah van de legermachten, God van Israël, hebt aan mij onthuld: “Ik zal een huis* voor je bouwen.”+ Daarom heeft uw dienaar de moed* om dit gebed tot u te richten.
27 Want gij, Jehovah der legerscharen, de God van I̱sraël, hebt een onthulling gedaan aan het oor van uw knecht, door te zeggen: ’Een huis zal ik u bouwen.’+ Daarom heeft uw knecht de moed gevonden* dit gebed tot u te richten.+