7 Vervolgens zei Da̱vid tot hem: „Wees niet bevreesd, want ik zal zonder mankeren liefderijke goedheid jegens u betrachten+ ter wille van uw vader Jo̱nathan;+ en ik moet u heel het veld+ van uw grootvader Saul teruggeven, en gijzelf zult voortdurend aan mijn tafel brood eten.”+