7 Toen zei Nathan tegen David: ‘Jij bent die man! Dit zegt Jehovah, de God van Israël: “Ik heb je persoonlijk tot koning over Israël gezalfd+ en ik heb je uit de handen van Saul gered.+
7 Toen zei Na̱than tot Da̱vid: „Gijzelf zijt die man! Dit heeft Jehovah, de God van I̱sraël, gezegd: ’Ikzelf heb u tot koning over I̱sraël gezalfd+ en ikzelf heb u uit de hand van Saul bevrijd.+