27 Toen David in Mahana̱ïm was aangekomen, kwamen So̱bi, de zoon van Na̱has uit Ra̱bba+ van de Ammonieten, en Ma̱chir,+ de zoon van A̱mmiël uit Lo̱debar, en Barzi̱llai,+ de Gileadiet uit Ro̱gelim, naar hem toe.
27 Nu geschiedde het zodra Da̱vid te Mahana̱ïm kwam, dat So̱bi, de zoon van Na̱has, uit Ra̱bba+ van de zonen van A̱mmon,+ en Ma̱chir,+ de zoon van A̱mmiël,+ uit Lo̱debar, en Barzi̱llai,+ de Gileadiet uit Ro̱gelim,+