11 Uri̱a+ bouwde het altaar na+ volgens alle instructies die koning Achaz vanuit Damaskus had gestuurd. Hij voltooide het voordat koning Achaz uit Damaskus terugkwam.
11 En de priester Uri̱a+ bouwde voorts het altaar.+ Naar alles wat koning A̱chaz uit Dama̱skus gezonden had, zo maakte de priester Uri̱a het, in afwachting van de tijd dat koning A̱chaz uit Dama̱skus kwam.