4 De Zee stond op 12 stieren:+ 3 met hun kop naar het noorden, 3 met hun kop naar het westen, 3 met hun kop naar het zuiden en 3 met hun kop naar het oosten. De Zee rustte op de stieren, en hun achterlijven waren naar het midden gekeerd.
4 Ze stond op twaalf stieren,+ drie die naar het noorden keken en drie die naar het westen keken en drie die naar het zuiden keken en drie die naar het oosten keken; en de zee was erbovenop, en al hun achterdelen waren naar de binnenkant [gekeerd].+