3 ‘Er is een verdrag* tussen mij en u en tussen mijn vader en uw vader. Ik stuur u zilver en goud. Verbreek uw verdrag met koning Baë̱sa van Israël, zodat hij zich terugtrekt.’
3 „Er is een verbond tussen mij en u en tussen mijn vader en uw vader. Zie, ik zend u inderdaad zilver en goud. Ga, verbreek uw verbond met Baë̱sa,+ de koning van I̱sraël, opdat hij van mij wegtrekt.”+