Jesaja 6:5 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 5 Toen zei ik: ‘Wee mij! Ik ben zo goed als dood,*want ik ben een man met onreine lippenen ik woon onder een volk met onreine lippen.+ Want ik heb de Koning zelf, Jehovah van de legermachten, met eigen ogen gezien!’ Jesaja 6:5 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 5 Toen zei ik: „Wee mij! Want ik ben zo goed als tot zwijgen gebracht, want een man onrein van lippen ben ik,+ en te midden van een volk dat onrein van lippen is, woon ik;+ want mijn ogen hebben de Koning zelf, Jehovah der legerscharen, gezien!”+ Jesaja Index van Wachttoren-publicaties 1986-2024 6:5 cl 32, 34; ip-1 90-92; w91 1/4 22-23; w87 15/10 16 Jesaja Index van Wachttoren-publikaties 1946-1985 6:5 w80 15/8 29; g77 8/12 16; ka 235; pm 111; w70 76; w67 135; w58 110; w56 472; w51 186 Jesaja Studiehulp voor Jehovah’s Getuigen 2019 6:5 Nader tot Jehovah, blz. 32-34 Jesaja’s profetie I, blz. 90-92 De Wachttoren,1/4/1991, blz. 22-2315/10/1987, blz. 16
5 Toen zei ik: ‘Wee mij! Ik ben zo goed als dood,*want ik ben een man met onreine lippenen ik woon onder een volk met onreine lippen.+ Want ik heb de Koning zelf, Jehovah van de legermachten, met eigen ogen gezien!’
5 Toen zei ik: „Wee mij! Want ik ben zo goed als tot zwijgen gebracht, want een man onrein van lippen ben ik,+ en te midden van een volk dat onrein van lippen is, woon ik;+ want mijn ogen hebben de Koning zelf, Jehovah der legerscharen, gezien!”+
6:5 Nader tot Jehovah, blz. 32-34 Jesaja’s profetie I, blz. 90-92 De Wachttoren,1/4/1991, blz. 22-2315/10/1987, blz. 16