11 Elk visioen wordt voor jullie als de woorden van een verzegeld boek.+ Wanneer men het aan iemand geeft die kan lezen en zegt: ‘Lees dit alsjeblieft voor’, zal hij zeggen: ‘Dat kan ik niet, want het is verzegeld.’
11 En voor ulieden wordt het visioen van alles gelijk de woorden van het boek dat is verzegeld,+ dat men geeft aan iemand die het schrift kent en zegt: „Lees dit alstublieft voor”, en hij moet zeggen: „Dat kan ik niet, want het is verzegeld”;+