8 Zij dan kwamen naar Geda̱lja te Mi̱zpa, namelijk I̱smaël,+ de zoon van Netha̱nja, en Joha̱nan+ en Jo̱nathan, de zonen van Kare̱ah, en Sera̱ja, de zoon van Tanchu̱meth, en de zonen van E̱fai, de Netofathiet,+ en Jeza̱nja,+ de zoon van de Maächathiet,+ zij en hun mannen.+