21 ‘De offers die jullie, je voorouders, je koningen, je leiders en het volk van het land hebben gebracht in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem+ — Jehovah herinnerde zich die, ze kwamen in zijn geest* op!
21 „Wat de offerrook betreft die GIJ hebt gebracht in de steden van Ju̱da en op de straten van Jeru̱zalem,+GIJ+ en UW voorvaders,+UW koningen+ en UW vorsten+ en het volk van het land,* was dat het juist niet wat Jehovah zich herinnerde en wat vervolgens in zijn hart opkwam?+