9 Maar ik handelde omwille van mijn naam, zodat die niet ontheiligd werd voor de ogen van de volken waartussen ze leefden.+ Ik maakte mij voor de ogen van die volken aan hen* bekend toen ik ze* uit Egypte leidde.+
9 En ik handelde vervolgens ter wille van mijn eigen naam, opdat [die] niet ontheiligd zou worden voor de ogen van de natiën in wier midden zij waren,+ omdat ik mij voor hun ogen aan hen had bekendgemaakt toen ik hen uit het land Egy̱pte leidde.+