44 En GIJ zult moeten weten dat ik Jehovah ben+ wanneer ik handelend tegen U optreed ter wille van mijn naam,+ niet overeenkomstig UW slechte wegen of overeenkomstig UW verdorven handelingen,+ o huis van I̱sraël’, is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah.”