22 De avond voordat de vluchteling kwam, was de hand van Jehovah op me gekomen en hij had mijn mond geopend voordat de man in de ochtend bij me kwam. Mijn mond was dus geopend en ik was niet langer stom.+
22 De hand van Jehovah nu was op mij gekomen op de avond vóór de komst van de ontkomene,+ en Hij opende voorts mijn mond alvorens [diegene] in de ochtend tot mij kwam, en mijn mond werd geopend en ik bleek niet langer stom te zijn.+