1Het woord van Jehovah kwam tot Hosea,* de zoon van Beë̱ri, in de dagen van Uzzi̱a,+ Jo̱tham,+ Achaz+ en Hizki̱a,+ koningen van Juda,+ en in de dagen van koning Jero̱beam+ van Israël, de zoon van Joas.+
1Het woord van Jehovah+ dat tot Hose̱a,+ de zoon van Beë̱ri, kwam in de dagen+ van Uzzi̱a,+ Jo̱tham,+ A̱chaz+ [en] Hizki̱a,+ koningen van Ju̱da, en in de dagen van Jero̱beam,+ de zoon van Jo̱as,+ de koning van I̱sraël.