12 Daarna stelde ik hem een tweede vraag: ‘Wat betekenen de twijgen* van de twee olijfbomen waaruit door twee gouden buisjes de gouden vloeistof stroomt?’
12 Toen nam ik voor de tweede maal het woord en zei tot hem: „Wat zijn de twee bosjes twijgen* van de olijfbomen, die door middel van de twee gouden buizen de gouden [vloeistof] uit zich laten stromen?”