-
Mattheüs 2:11Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
11 En toen zij het huis waren binnengegaan, zagen zij het jonge kind met zijn moeder Mari̱a, en neervallende, brachten zij het hulde. Ook openden zij hun schatten en boden het geschenken aan: goud en geurige hars en mirre.
-
-
MattheüsIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
2:11 w80 15/12 28; w78 15/12 4-5; w76 739; g74 22/12 15; g68 22/7 28; g65 8/9 8; w64 112
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
huis: Dat hier over een huis wordt gesproken, laat zien dat de astrologen Jezus niet kwamen bezoeken toen hij als pasgeboren baby in een voederbak lag.
het kind: Jezus wordt hier geen ‘baby’ genoemd, zoals in Lu 2:12, 16.
bewezen hem eer: Of ‘bogen zich voor hem neer’. De uitdrukking duidt vaak op respect voor een mens, zoals een koning, en niet op aanbidding. (Zie aantekeningen bij Mt 2:2 en 18:26.)
geschenken: Toen Jozef en Maria Jezus 40 dagen na zijn geboorte in de tempel gingen aanbieden (Lu 2:22-24; Le 12:6-8), waren ze arm, wat erop wijst dat ze deze geschenken pas een tijdje na die gebeurtenis kregen. De geschenken kwamen misschien op het goede moment om het verblijf van het gezin in Egypte te bekostigen.
geurige hars: Zie Woordenlijst.
mirre: Zie Woordenlijst.
-