-
MattheüsIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
5:48 g80 8/3 24; w78 15/10 32; w76 721; w74 375, 381, 687; w71 761-2; g68 22/2 4; g67 8/4 3; w66 187; w65 131, 398; g64 8/11 28; w63 291; ns 31; g62 8/3 28; w61 633; g60 22/10 28; w59 437
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
volmaakt: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, kan ‘volkomen’, ‘volwassen’ betekenen, of ‘onberispelijk’ naar de normen die een autoriteit heeft vastgesteld. Alleen Jehovah is in absolute zin volmaakt. Toegepast op mensen duidt het woord op relatieve volmaaktheid. In deze context gaat het erom dat een christen ‘volmaakt’ of volkomen is in zijn liefde voor Jehovah God en voor medemensen, iets dat zelfs mogelijk is voor een zondig persoon.
-