-
Mattheüs 15:26Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
26 Hij antwoordde: ‘Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen is voor de hondjes te gooien.’
-
-
Mattheüs 15:26Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
-
-
26 Hij gaf ten antwoord: „Het is niet juist het brood van de kinderen te nemen en het hondjes voor te werpen.”
-
-
Aantekeningen Mattheüs — Hoofdstuk 15Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
kinderen (...) hondjes: Honden waren volgens de wet van Mozes onrein, en daarom wordt het woord in de Bijbel vaak op een neerbuigende manier gebruikt (Le 11:27; Mt 7:6; Fil 3:2; Opb 22:15). Maar in Markus’ (7:27) en Mattheüs’ verslag van het gesprek van Jezus wordt de verkleinvorm gebruikt, een aanduiding voor een hondje of een huisdier. Misschien duidt dat erop dat Jezus verwees naar een uitdrukking van genegenheid voor huisdieren in niet-Joodse gezinnen. Door de Israëlieten met ‘kinderen’ te vergelijken en de niet-Joden met ‘hondjes’ wilde Jezus kennelijk een volgorde van prioriteit aangeven. In een huishouden waar zowel kinderen als honden waren, zouden de kinderen het eerst te eten krijgen.
-