-
MarkusIndex van Wachttoren-publikaties 1946-1985
-
-
6:3 fl 159; w75 701; g73 22/6 27; g72 8/4 6; si63 259
-
-
Aantekeningen Markus — Hoofdstuk 6Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
de timmerman: Jezus stond bekend als ‘de timmerman’ en als ‘de zoon van de timmerman’. Dit geeft ons wat inzicht in Jezus’ leven vanaf zijn bezoek aan de tempel toen hij 12 was tot het begin van zijn bediening. (Zie aantekening bij Mt 13:55.) De verslagen van Mattheüs en Markus vullen elkaar aan.
de zoon van Maria: Dit is de enige keer dat Jezus zo wordt genoemd. Omdat Jozef niet wordt vermeld, was hij toen mogelijk al gestorven. Die conclusie is ook af te leiden uit Jezus’ verzoek aan Johannes om na zijn dood voor zijn moeder Maria te zorgen (Jo 19:26, 27).
broer: Het Griekse adelfos kan in de Bijbel duiden op een geestelijke band, maar hier wordt het gebruikt voor Jezus’ halfbroers, de jongere zonen van Jozef en Maria. Sommigen die geloven dat Maria na de geboorte van Jezus maagd bleef, beweren dat adelfos hier op neven duidt. Maar in de Griekse Geschriften wordt een afzonderlijk woord gebruikt voor ‘neef’ (Grieks: anepsios in Kol 4:10) en een andere uitdrukking voor ‘de zoon van Paulus’ zus’ (Han 23:16). En in Lu 21:16 wordt het meervoud van de Griekse woorden adelfos en suggenes gebruikt (weergegeven als ‘broers’ en ‘familie’). Uit die voorbeelden blijkt dat de termen voor familierelaties in de Griekse Geschriften niet willekeurig of zonder onderscheid worden gebruikt.
Jakobus: Zie aantekening bij Mt 13:55.
Judas: Zie aantekening bij Mt 13:55.
-