9 Terwijl ze de berg af daalden, zei hij nadrukkelijk dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien+ voordat de Mensenzoon uit de dood was opgestaan.+
9 Onder het afdalen van de berg beval hij hun uitdrukkelijk niet eerder aan iemand te vertellen+ wat zij hadden gezien, dan nadat de Zoon des mensen uit de doden was opgestaan.+