-
Aantekeningen Markus — Hoofdstuk 14Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Abba: Transliteratie van een Hebreeuws of Aramees woord dat drie keer in de Griekse Geschriften voorkomt (Ro 8:15; Ga 4:6). Het woord betekent letterlijk ‘de vader’ of ‘o Vader’. Het heeft iets van het vertrouwelijke van het Nederlandse ‘papa’ in zich maar ook de waardigheid van het woord vader. Het is dus informeel maar toch respectvol. Het was een van de eerste woorden die een kind leerde spreken. Toch gebruikte in oude Hebreeuwse en Aramese geschriften ook een volwassen zoon deze aanspreekvorm voor zijn vader. Het was dus eerder een liefkozende aanspreekvorm dan een titel. Dat Jezus het woord gebruikt, laat zien wat een hechte, vertrouwelijke band hij met zijn Vader heeft.
Vader: In het Grieks wordt abba in alle drie de gevallen gevolgd door de vertaling ho pater, dat letterlijk ‘de vader’ of ‘o Vader’ betekent.
Neem deze beker van mij weg: In de Bijbel wordt ‘beker’ vaak figuurlijk gebruikt voor Gods wil, ‘het toegemeten deel’, voor een persoon. (Zie aantekening bij Mt 20:22.) Jezus maakte zich ongetwijfeld veel zorgen over de smaad die God zou ondervinden wegens zijn dood als iemand die beschuldigd werd van godslastering en opruiing, en dat zette hem ertoe aan te bidden of deze ‘beker’ aan hem voorbij mocht gaan.
-