13 Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zachari̱as, want je smeekgebed is verhoord. Je vrouw Elisabeth zal je een zoon schenken, en je moet hem Johannes noemen.+
13 De engel zei echter tot hem: „Vrees niet, Zachari̱as, want uw smeking is verhoord,+ en uw vrouw Eli̱sabeth zal u een zoon schenken, en gij moet hem de naam Joha̱nnes* geven.+