22 Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen je haten,+ en wanneer ze je buitensluiten+ en beledigen en je naam door het slijk halen* vanwege de Mensenzoon.
22 Gelukkig zijt GIJ wanneer de mensen U haten,+ en wanneer zij U uitstoten en U smaden en UW naam als goddeloos verwerpen+ ter wille van de Zoon des mensen.