-
Aantekeningen Johannes — Hoofdstuk 7Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
Er was namelijk nog geen geest: Het Griekse woord voor geest, pneuma, komt in dit vers twee keer voor en duidt op Gods heilige geest, zijn actieve kracht. Jezus en degenen die naar hem luisterden, wisten dat God zijn heilige geest al lang gebruikte (Ge 1:2, vtn.; 2Sa 23:2; Han 28:25) en dat hij die geest aan zijn trouwe aanbidders had gegeven, zoals Othniël, Jefta en Simson (Re 3:9, 10; 11:29; 15:14). Johannes had het dus duidelijk over een nieuwe manier waarop de geest onvolmaakte mensen zou helpen. Geen van de eerdere aanbidders van God had door middel van de geest een roeping tot hemels leven gekregen. Met Pinksteren 33 stortte Jezus op zijn volgelingen de heilige geest uit die hij, als verheerlijkte geest, van Jehovah had gekregen (Han 2:4, 33). Dit was de eerste keer dat onvolmaakte mensen de hoop kregen om als geest in de hemel te leven. Na hun zalving konden de christenen de betekenis begrijpen van veel dingen die ze eerder niet begrepen hadden.
-