-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
God: De beschikbare Griekse manuscripten gebruiken hier het woord Theos (God). Het is interessant dat enkele vertalingen van de Griekse Geschriften in het Hebreeuws (in App. C4 J7, 8, 10 genoemd) hier het Tetragrammaton gebruiken.
een van zijn nakomelingen: Aan David werd beloofd dat een van zijn nakomelingen het Messiaanse ‘nageslacht’ zou worden dat in Ge 3:15 was beloofd (2Sa 7:12, 13; Ps 89:3, 4; 132:11). Die belofte werd vervuld in Jezus, die zowel via zijn moeder als via zijn adoptievader van koning David afstamde. De Griekse uitdrukking die met ‘nakomelingen’ is vertaald, is een weergave van een Hebreeuws idioom dat letterlijk ‘vrucht van zijn lendenen’ betekent. Het gedeelte van het lichaam dat in de Bijbel met ‘lendenen’ wordt aangeduid, omvat de voortplantingsorganen (Ge 35:11, vtn.; 1Kon 8:19, vtn.). Naar nakomelingen wordt ook wel verwezen met ‘de vrucht van de buik [schoot]’ en vergelijkbare uitdrukkingen (Ge 30:2, vtn.; De 7:13, vtn.; Ps 127:3; Klg 2:20, vtn.; Lu 1:42).
-