-
Aantekeningen Handelingen — Hoofdstuk 3Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
het uur van het gebed: Kennelijk werd er in de tempel gebeden in samenhang met de ochtend- en avondoffers (Ex 29:38-42; 30:7, 8). Lukas verwijst met ‘het uur waarop het reukoffer werd gebracht’ naar de tijd waarop de menigte bad (Lu 1:10). In verband met de dagelijkse slachtoffers gaf Jehovah koning David opdracht priesters en Levieten aan te wijzen om Hem te eren, danken en loven, waarbij ongetwijfeld gebed betrokken was (1Kr 16:4; 23:30; 2Kr 29:25, 26). Wierook en gebeden hielden nauw verband met elkaar (Ps 141:2; Opb 5:8; 8:3, 4). Op het uur van het gebed kwamen mensen samen in de voorhoven van de tempel. Sommigen kwamen waarschijnlijk om die dag door de priester gereinigd te worden, terwijl veel anderen gewoon kwamen om te bidden en Jehovah te aanbidden (Lu 2:22-38). Volgens de rabbijnse traditie werd door loting bepaald welke priester de eenmalige eer kreeg om wierook op het gouden altaar aan te bieden. Als alle priesters en Levieten bijeengekomen waren, ging de uitgekozen priester plechtig het heilige binnen terwijl de priesters en de mensen in de voorhoven in gebed waren. Terwijl de aangename geur van de wierook opsteeg, bleven de mensen in diepe stilte ongeveer een halfuur lang bidden (Lu 1:9, 10). ‘Het uur van het gebed’ werd vreugdevol afgesloten met een zegen voor het volk (Nu 6:22-27) en een koor van Levieten dat een psalm zong die voor die dag van de week bestemd was.
het negende uur: Dat wil zeggen rond 15.00 uur. (Zie aantekening bij Han 2:15.)
-