11Dan vraag ik nu: God heeft zijn volk toch niet verstoten?+ Absoluut niet! Want ook ik ben een Israëliet, van het nageslacht* van Abraham, uit de stam Benjamin.
11Ik vraag dan: God heeft zijn volk toch niet verworpen?+ Moge dat nooit geschieden! Want ook ik ben een Israëliet,+ van het zaad van A̱braham, uit de stam Be̱njamin.+