4 Ik kan met veel vrijmoedigheid tegen jullie spreken. Ik ben trots op jullie. Ik ben met troost vervuld. Ik loop over van vreugde in al onze ellende.+
4 Ik heb grote vrijmoedigheid van spreken* tegenover U. Ik roem veel met betrekking tot U.+ Ik ben met troost vervuld,+ ik vloei over van vreugde in al onze kwelling.+